Vr 9 juni Eisenstadt in Burgenland, waar ligt dat?

Toen Henk hoorde dat we via Wenen gingen reizen, zei hij heel graag ook even naar Burgenland te willen. Burgenland is heel onbekend. Het is een provincie van Oostenrijk ten oosten van Wenen en grenzend aan Slowakije en Hongarije. Qua aandacht een beetje het Zeeland van Oostenrijk. Maar, Haydn is er bekend geworden, door Esterhazy. En daar kom je alles van te weten in het plaatsje Eisenstadt. Toen moesten we nog bepalen hoe je daar kwam. Het moest kunnen vanuit Bratislava. Als we de reisplanner van de Oostenrijkse spoorwegen gebruikten, moesten we via Wenen reizen. Dat leek ons vreemd, dat moest beter kunnen. De reisplanner van Slowakije liet een route zien vanaf een ander station, dat van het stadsdeel Petržalka. Daar konden we heen met een bus. Dan met de trein mee, overstappen ergens in Oostenrijk en dan zouden we er na 5 kwartier moeten zijn. Dat gingen we dus doen!

Het is heel leuk om met de inwoners van een stad in de bus te stappen en mee te doen in het dagelijks verkeer. Je kan ook een taxi laten bellen, maar daar is dus niks aan, dat doen we alleen als het niet anders kan. Ondanks dat we vroeg op waren, werd het toch nog rennen naar de bus, maar hé, dat is ook net echt. Onze openbaar vervoerkaart geactiveerd en na 10 minuten met de bus in de stromende regen waren we op het andere station. Daar was niks, een heel gekke plek aan een drukke weg. Je moest door een tunnel (waar ik niet graag alleen zou lopen) en we kwamen in het station weer boven. Zoeken naar de trein en gaan! Al snel waren we over de grens. Dat zagen we aan de windturbines. Gisteren leerden van onze gids dat Slowakije maar 6 windmolens heeft. Dat klopt waarschijnlijk niet, maar feit is dat ze hier alles wordt opgewekt met water en kernenergie. Met die kernenergie was men eerst heel blij, want het is hier veilig, geen aardbevingen of zo, maar nu Poetin er een bezet heeft is men toch wat kritischer geworden.

Wij waren inmiddels in Pansdorf-Ort waar we moesten overstappen. Een klein keurig station in de middle-of-nowhere met drie perrons. We wisten niet waar we moesten staan en vroegen dat aan twee conducteurs die buiten stonden. Die zeiden beangstigende dingen: dat er geen trein ging naar Eisenstadt, daarna dat ie pas over een uur ging, en toen dat ie van perron 1 ging en dat we daarvoor door de tunnel moest. Gelukkig letten we zelf goed op en bleek ie van perron 3 te gaan, over 1 minuut. Wij erheen rennen, kwam een conducteur achter ons aan om te zeggen dat ze het fout had gezegd. Treinreizen, altijd spannend!

We reden langs het Neusiedl-meer. Dat is een toeristisch aantrekkelijke plek. Wij vonden het te kaal en te plat, maar je kan er vast veel vogels zien. En daar was Eisenstadt al in zicht. Omdat we vier bezienswaardigheden in 1 dag wilden doen en de tijd dus krap was, namen we het stadsbusje naar het centrum, want dat scheelde weer 10 minuten. De chauffeur had hardrock aan en reed als een gek door de kronkelige straatjes. En wat voor straatjes, Eisenstadt bleek een geweldig stadje. Er wonen maar 15000 mensen maar wat een voorzieningen! We togen eerst naar de VVV waar we een enthousiaste vrouw troffen die ons aan een plattegrond hielp en het paleispark tipte zodat we nu 5 dingen te doen hadden.

Eisenstadt is Haydn. Hij is er beroemd geworden en is er bijgezet in een kerk. Die kerk is fantastisch. Daar is het mausoleum van Haydn maar er is ook een Kavalerie. Dat is een route langs alle 14 fasen van de lijdensweg van Jezus. Die zijn altijd buiten, dan loop je van huisje naar huisje met vaak op de top van een heuvel het laatste punt. Maar hier is alles binnen in de kerk gemaakt, in de vorm van beeldengroepen. Franciskaner monnik Niering heeft het gemaakt en de familie Esterhazy heeft de kerk betaald. Het mooiste aan de kerk is echter hoe zij gemaakt is, met allemaal ronde lijnen. Niet uit te leggen, maar gelukkig hebben we foto’s. De kerk is begin 18e eeuw gebouwd. Je loopt eerst door de kerk maar dan buitenom naar het dak. En dan zie je witte beelden en de rode daken, het is wonderschoon. De kerk is wel weer aan renovatie toe en om geld bij elkaar te krijgen kan je een Engel adopteren. Beneden hangt een inschrijflijst en je kunt lezen over de engelen zodat je een favoriet kunt kiezen.

We vonden de dag nu al geslaagd! Door naar het Burgenlandmuseum. Daar legden ze de geschiedenis van Burgenland geweldig goed uit. Van de Hunnen tot nu hebben er veel volkeren gewoond. Aan de hand van stripachtige tekeningen werd op een Klokhuis-achtige manier van alles uitgelegd. Met humor en wonderschoon getekend. We weten dat Museum Flehite een nieuwe tentoonstelling wil over Amersfoort, nu ik zou dit als voorbeeld nemen. We leerden dat Burgenland als eenheid pas sinds 1921 bestaat, na de herverdeling na WO1. Ze hebben toen een naam voor het gebied bedacht en een wapen en een volkslied.

In 1989 werd de grensovergang met oostblokland Hongarije wereldnieuws en de aanzet tot het vallen van de muur. In augustus 1989 werd er door Oostenrijk en Hongarije een zogenoemde pan-Europese picknick georganiseerd aan de grens.bij Sopron. Onder leiding van Otto van Habsburg, lid van het Europarlement, en met steun van vier Hongaarse oppositiepartijen werd gepland om de grens 3 uur open te stellen. Die informatie is stiekem verspreid in de oostbloklanden. Zo konden honderden erheen gereisde Oost-Duitsers ontsnappen. Een aantal maanden later viel de muur.

We maakten de geadviseerde wandeling door het prachtige paleispark. In Engelse lanschapsstijl dus met veel wild-romantisch spektakel. Vooral de orangerie was schitterend.

Nu werd het tijd om iets te eten en dat deden we bij het charmante tentje FreuRaum. Dat biedt vega/vegan eten, in een winkel met tweedehands spullen en met deels personeel met een afstand tot de arbeidsmarkt. En dan ziet het er ook nog geweldig gezellig uit, want waar krijg je nog een kanten kleedje op de terrastafeltje. Nou, bij FreuRaum! We aten er de daghap en dat was Hongaarse Grenadiersschotel. Dat is eten zoals we dat zelf koken, gewoon een lekker prutje, zou mijn moeder zeggen.

’s Middags begonnen we met het Haydn (1732-1809), een tentoonstelling in het huis waar hij met zijn vrouw woonde. Betaald door de vader van zijn vrouw, want hij was zijn baan kwijt. Doordat hij toen maar particulier muziekles is gaan geven en zijn vrouw op les kreeg, leerde hij haar kennen en trouwden ze. Vorst Esterhazy woonde in het paleis in Eisenstadt en kwam hem op het spoor. Hij nam hem in dienst als dirigent van het paleisorkest en gaf hem componeeropdrachten. Haydn componeerde zich te pletter en wist buiten de opdrachten om ook nog stukken te schrijven. Voor Esterhazy schreef hij symfonieën, zelf schreef hij sonates en stukken voor strijkkwartetten. En toen die strijkkwartetten eenmaal voor hun geschikte bladmuziek hadden, gingen ze als een speer als muziekgenre.

Haydn componeerde ook opera’s en dan moest hij alles doen: componeren, teksten schrijven, musici zoeken, zangers zoeken, soms muziek omzetten naar het bereik van een zanger, instuderen met iedereen, zorgen voor decors, het was niet te doen. En dan vroeg zijn baas, Esterhazy, ook nog of hij niet weer even met een nieuw verhaal kon komen. Overigens was die Esterhazy goed voor kunstenaars, hij hield erg van kunst. En als Haydn financiële problemen had, bijv omdat zijn huis verbrandde, betaalde zijn baas alles.
Na de dood van Esterhazy werd die opgevolgd door zijn zoon en die betaalde Haydn door maar ontsloeg hem van verplichtingen. Blij ging Haydn reizen, bijv. naar Londen, maar hij werd weer teruggeroepen en ging hij toch weer componeren voor Esterhazy.
Het gaf een spanningsveld aan. Enerzijds gaf een vast inkomen hem ruimte om te schrijven wat hij wilde, anderszins was hij gebonden aan zijn mecenas en opdrachtgever.

Het leukste vonden we deze tafel voor 8 musici. Je hoorde een stuk en dan kon je instrumenten aanklikken en hoorde je die erbij tot je een octet hoorde.

Nu stond het paleis nog op het programma. Daar waren tentoonstellingen over de Esterhazy’s van vroeger en van nu, want ze bestaan nog gewoon. In het paleis worden belangrijke menen ontvangen en concerten gegeven. We bezochten de spectaculaire Haydnzaal. En verder is er een moderne en kleurrijke tentoonstelling over Haydn. Dat was leuk aangepakt, met kwinkslagen en originele invalshoeken. Zo was er een kunstwerk gemaakt over het thema ‘pruik’. De pruik was in de 18eeuw belangrijk. En in het geval van Haydn extra. Toen zijn lichaam is begraven in Wenen, is zijn schedel geroofd om schedelonderzoek te doen. Men dacht toen dat je aan de maten van een schedel dingen kon aflezen, bijv of iemand muzikaal was. Jaren later wilden men hem in een mausoleum plaatsen in Eisenstadt. Toen ze hem opgroeven, was de schedel weg, er lag alleen een pruik. Die schedel is overigens wel weer gevonden en bijgeplaatst.

We aten nogmaals bij FreuRaum, heerlijke Sashoukie en brood met gegrilde groente. Het dessert was wat ze in chique restaurants ‘deconstructed cheesecake’ zouden noemen maar wat daar veganistische ricotta met koekkruimels heette. We zaten te eten midden in de voorbereidingen van de bijeenkomst ‘Groen Eisenstadt’. Er druppelden mensen binnen die allemaal even gezellig waren. We zouden zo meedoen, maar, we moesten weer eens op huis aan. Lopen naar het station en terug met twee treinen en een bus. Wat een geweldige dag!

Plaats een reactie