Za 10 juni Het oude en traditionele Bratislava

Vandaag bekeken we Bratislava met het gezicht op het verleden. En morgen kijken we naar de toekomst. Vandaag dus oude gebouwen (incl. communistische architectuur) en de ontwerphistorie van Slowakije.

Beetje gek was het dat we hier nu al twee volle dagen zijn en we nog steeds Bratislava niet echt in waren geweest. Daarom togen we meteen naar het VVV waar ze ons helaas weinig konden geven. Met wat moeite kregen we een gidsje met leuke tips, dat ze niet wilde geven omdat door covid veel locaties die er in stonden dicht waren. Waarop we hadden gehoopt was een wandelroute langs brutalisme en functionalisme, maar de medewerksters vonden dat een heel raar idee, dat buitenlanders daarin geïnteresseerd zijn. Ik denk dat ze er zelf zo snel mogelijk vanaf willen. Er zijn natuurlijk wel apps, maar ik vind het zo onhandig om steeds op je telefoon te moeten kijken, ik wil gewoon een handzaam boekje met informatie. Gelukkig had ik blogs gelezen met leuke tips en die genoteerd dus we konden toch op pad.

We gingen eerst naar het oude postkantoor. Ook hier worden postkantoren gesloten omdat er steeds minder post wordt verstuurd, maar er zijn er toch nog wel veel meer dan bij ons. Dit oude postkantoor is een pareltje. Mensen komen er van alles doen, zoals rekeningen betalen.

Daarna volgden we de tip op die we vrijdag van onze gids kregen, de oude markthal. Die was inderdaad leuk, beneden allerlei ambachtelijke producten en boven boeken en platen. Leuk om de mensen te zien snuffelen. Het is mooi te zien dat het gebouw weer gebruikt wordt. In 2012 stond het 5 jaar leeg en heeft een groep mensen zich verenigd om er iets mee te doen. Ze kochten het voor 1 euro van de gemeente met de verplichting om er een bepaald bedrag in te investeren. En nu zijn er allerlei activiteiten in het pand.

De stad was een stuk drukker dan gisteren, en een stuk natter, het begon geregeld keihard te regenen. De mannen op de bierfietsen lieten zich gewoon zeiknat regenen, ze waren om 11 uur al dronken. Je hebt hier veel vrijgezellenfeesten, voornamelijk mannen uit Engeland die in korte broek en t-shirt op slippers door het centrum zwalken. Wij gingen dus het centrum uit naar de omliggende straten, op zoek naar architectuur. En die vonden we al snel, brutalisme is hier overal! Brutalisme is de naam voor betonarchitectuur waarvan er veel was in de oostbloktijd.

Het bruin-witte gebouw is hotel Kyjev. Het is een communistisch hotel uit 1973. Na jaren leegstand wilde de eigenaar het slopen. Daar kwam de buurt tegen in verzet omdat ze het een iconisch gebouw vinden. In 2018 was er een street-art festival in de stad en is het gebouw beschilderd door 17 abseilende schilders. Zie hier het filmpje: https://youtu.be/gSXvaTyk3BM

Op de voorgrond van de foto zie je een oud winkelcentrum. Om de hoek is het mooier, met een interessante klok. Helaas konden we niet wachten op een heel uur, om te horen of de belletjes dan gingen rinkelen.

Dit is dan communistische bouw, er is ook Jugendstil hier. Zoals een blauwe kerk. De kerk is gebouwd als kapel, bij het gymnasium dat ernaast staat. Dat is geel met wit en dus anders, maar toen we goed keken, zagen we overeenkomsten. Het is van een Hongaarse architect. Binnen was een huwelijk gaande, dus we konden er niet in, alleen door het hek in de hal kijken. Alles was blauw, er zaten zelfs blauwe rondjes in de mat voor de deur. We zijn er nog niet uit of daar iets te lezen is, een woord of een jaartal.

Wat is ons beeld van de stad? Nou, er moet hier veel gebeuren. Er staan prachtige gebouwen, maar de meeste zijn er slecht aan toe, het pleisterwerk valt eraf, de kozijnen zijn verrot, het is zo zonde. Er staan pareltjes tussen, maar dat zijn uitzonderingen. Hier wat pareltjes:

Qua oostblokarchitectuur zochten we een krankzinnig appartementengebouw op. Op zich best leuk bedacht, helaas verkruimelt het beton nu. Het is uit 1974.

Ons valt op dat hier veel regenboogvlaggen hangen en dat je vaak ‘lhbtq-friendly’-stickers ziet. Dat kan komen doordat er in oktober vorig jaar twee mensen zijn vermoord voor een homo-bar, Café Teplaren. Daar zijn we heen gelopen. We hadden de plek ook op tv gezien, omdat de koning en de koningin er een bezoek aan hebben gebracht. Het café is geen café meer maar een plaats voor samenkomst, voorlichting en discussie. We lazen dat er eerst solidariteit was door de politici, maar dat er nu allerlei wetsvoorstellen zijn waar met name transgenders het niet mee eens zijn. Zoals dat je je geslacht (hier heet dat ‘geboortenummer’) niet kunt veranderen.

We hadden veel moeite om een leuk lunchrestaurantje te vinden in de binnenstad. Allemaal tentjes met menu’s met foto’s erop en met niet-lokaal eten. Veel semi-Italiaanse en hamburgertenten. Echt zo jammer van een stad, die globalisatie. We hopen dat het in Kosice nog niet zo ver is en dat we daar nog gewoon Slowaakse restaurants kunnen vinden. Wij zochten de Slowaakse puurheid nu in het Design Museum. Dat zit in een groot gebouw waar ook werkplaatsen en een opleiding zijn. Beneden staan ontwerpen van nu, zoals een 3D-geprint tiny house in de vorm van een jurt. Zag er leuk uit! Verder stonden er veel meubels gemaakt van losse elementen zodat je relatief maatwerk kunt maken.

Maar goed, waar was nu het museum. De vrouw achter de balie legde niks uit. En het was gratis, dus er was geen natuurlijk contactmoment. Tot we een paar Duitsers met iemand mee door een deur zagen gaan. Wij erachteraan, door een ruimte, naar buiten, weer naar binnen, drie trappen op, rechtsaf en daar was het hartstikke leuke museum. Zo gek dat ze dat niet goed aangeven. Het zal de bescheiden volksaard wel zijn. Dat is sympathiek, maar we denken wel heel vaak: kom op jongens, je zit op goud hier!

Donderdag vertelde de gids wat de belangrijkste exportproducten van Slowakije zijn. Dat zijn auto’s (men assembleert hier veel merken), machines, ICT (beveiligingsbedrijf Eset zit hier bijvoorbeeld, we zagen het gebouw), energie en staal. Wat betreft kleinere markten wordt er hier textiel en kleding gemaakt, chocola (de productie van Toblerone is vorig jaar verhuisd naar Bratislava, zodat de Matterhorn niet meer op de verpakking mag staan), glas en speelgoed. En daar stonden ontwerpen van in het museum, echt geweldig leuk. En leeg, want niemand kent dit. Wij vonden de grafische ontwerpen heel mooi, je herkent die meteen als oostblokgrafiek. Maar ook de stoffen zijn kenmerkend en het blikken speelgoed.

Er stond een verzameling stoelen, omdat die hier ook veel worden gemaakt. Onder andere de Thonet-stoelen komen hier vandaan. De familie Thonet heeft hier altijd de stoelen laten maken omdat ze hier goed hout konden buigen. Gids Maroš had ons de winkel Ton laten zien. Daar hebben ze de meubels van Thonet en die zijn heel populair onder jongeren. Die kopen ze ook vaak tweedehands. En toen we weer buiten stonden en de hoek om sloegen, zagen we winkel Ton. Zo toevallig!

Het werd weer tijd voor een drankje en we hadden ons verheugd op een café dat Next apache heet. Dat is een boekencafé dat gestart is door een Canadees die hier kwam wonen en zich eenzaam voelde. Hij vond de taal heel moeilijk en gebruikte ezelsbruggetjes. Het woord voor ‘alstublieft’, als je iets geeft, klinkt als ‘next apache’. Je schrijft Nech sa páč.
Mooi verhaal dus en uitstekende recensies, maar het viel enorm tegen. De serveerster zei niks, er was geen sfeer, het rook er naar rook en de koffie duurde eeuwen en was niet warm genoeg. De pinautomaat deed het ook niet. Maar toch een foto gemaakt van de situatie. Wel leuke stoelen en heeeel veel boeken.

We gingen even naar huis om alvast wat te schrijven en daarna eten bij een veganistisch restaurant vlakbij het hotel en daar was iedereen heel aardig. In een apart deel van het restaurant was een lhbtq-feestje, iedereen was hier veilig en in balans, en zo heette het restaurant dan ook, Balans.

Plaats een reactie