Vr 23 juni De thuisreis

En toen zat de vakantie er weer op en gingen we op huis aan. Vanmorgen bleken er geen wijzigingen in ons reisschema, dat was een opluchting. We hadden het ruim gepland, onze trein ging pas om 10.30. We kochten weer bananen en dit keer ook broodjes en stapten in de ICE naar Frankfurt-Flughafen. Heerlijke reis weer. En dit keer lukte het ‘comfort inchecken’. In de app van Deutsche Bahn zitten je kaartjes en krijg je een melding dat je kunt ‘inchecken’. De conducteur ziet dat in haar computertje en vraagt dan niet om je kaartje. Tot nu toe werden we echter steeds toch gecontroleerd. Maar dit keer niet. Altijd mooi als iets werkt. Sowieso zaten we goed, want daar werden er koekjes uitgedeeld met de tekst ‘Lieblingsgast’. Dat iedereen zo’n koekje kreeg, dat maakte het niet minder hartverwarmend.

Na een kleine 4 uur waren we in Frankfurt-Flughafen, daar overstappen en nog een uur naar Düsseldorf. Door werkzaamheden moet je dan heel raar reizen, via een regionaal particulier treintje naar Venlo. Een veel te korte trein, we moesten staan. Echt heel raar, deze verbinding, en waarschijnlijk is er pas over 3,5 jaar een oplossing voor mensen die vanuit het zuidelijke deel van het land naar Düsseldorf willen reizen. In de trein was geen wc en die op station Venlo was kapot en zo togen we naar hotel-restaurant Wilhelmina, waar we een bijzondere horeca-ervaring hadden. We gingen op het terras zitten, waar ook een bruidspaar zat met een stuk of 10 gasten. Het was niet afgehuurd. Ik ging naar binnen voor de wc maar vond die niet. Wel een papier met een plaatje van een bruidspaar en dat de wc in kamer 106 en kamer 112 was. Met een andere vrouw ging ik naar boven maar we konden ons niet voorstellen dat we daar echt heen moesten. Maar bij navraag bleek dat wel zo te zijn. Over het versleten tapijt liepen we naar versleten kamers waar je dus in de badkamer naar de wc moest. Weer beneden bleken er zo’n 8 personeelsleden aanwezig die nog steeds niet naar het terras waren gegaan om een bestelling op te nemen. Dat was genoeg voor ons, we kochten koffie bij de kiosk. Echt, de slechtste horeca-ervaring van de vakantie. Maar wel een mooi verhaal!

We reisden verder via Utrecht (eten bij Julia’s) en waren rond 21 uur thuis.

We kijken terug op een geweldige vakantie. We hebben veel beleefd en hadden een hoop ‘inzichtsmomenten’, dat je opeens verbanden ziet, iets begrijpt. Daar worden we allebei heel gelukkig van. Maar ook de natuur was heel mooi, zo fijn dat er ook in deze vakantie bergen waren. Hoog op een berg staan, we vinden het machtig. De Slowaken die wij hebben ontmoeten waren allemaal aardig en de sfeer op straat was rustig en prettig. We zijn wel een beetje bezorgd over de toekomst van het land. De huidige president, die corruptie probeert tegen te gaan, stelt zich in 2024 niet verkiesbaar voor de volgende periode en de vorige (corrupte) minister-president wordt bij de verkiezingen in september wellicht weer gekozen. We hopen dat daar een sterke president tegenover komt te staan. Het land begint steeds meer naar Poetin te trekken en dat zou heel slecht voor Europa zijn. Riskant is dat het land, door de oostblokperiode, gevoelig is voor desinformatie, zoiets wordt van generatie naar generatie doorgegeven, die invloed is nog zo groot.
We blijven het volgen!

Do 22 juni Hitte en regen in Regensburg

De hele dag was de vraag hoe hard het zou gaan regenen en of het treinverkeer morgen ontregeld zou zijn. Maar eerst was het nog even snoeiheet in het mooie Regensburg.

Onze oorspronkelijke trein vanuit Wenen was een week of 3 geleden gecanceld en ik had toen plaatsen gereserveerd in de volgende ICE, dus we vertrokken pas om 11.13 naar Regensburg. Prettige rustige reis, met koffie die aan je plaats werd gebracht, in een grote mok. Heerlijk hoor!
We hadden een voordelig kaartje gekocht, dat was een tip die ik op Twitter vond. Ik volg daar veel mensen die met de trein door Europa reizen en toen las ik dat je een overnachting kunt inplannen met hetzelfde kaartje. We kochten een kaartje Wenen-Amersfoort met een overstaptijd in Regensburg van 20 uur en hoefden daardoor niet twee losse kaartjes te kopen.

Het mooie dak van het winkelcentrum bij het station

Toen we via het winkelcentrum het station verlieten, viel er een deken van hitte op ons. Het was 34 graden. Nu wisten we zeker dat we naar een museum zouden gaan en vanavond pas door de stad zouden lopen. We checkten in bij IBIS City, naast het station. Dit hotel is wel een tandje minder mooi dan dat in Wenen. We verbaasden ons over de verschillen in bedrijfsvoering. In Wenen werden de kosten automatisch van mijn creditcard betaald, in Regensburg moesten we betalen. In Wenen geen plastic zakjes in de prullenbakken, hier wel. In Wenen een laken onder je dekbed (briljant bij warm weer), hier niet. En het opvallendst, de koffie was de helft van de Weense prijs.

Het station in de zon. Met ambulance. Een hitteslachtoffer?

Het was inmiddels 15.15 en we liepen via het station de stad in. Goede informatie gehaald bij een van de 3 VVV’s en snel de koelte in van het Haus der Bayerischen Geschichte. Een prachtig museum. Helemaal in stijl wordt het restaurant ‘Wirtshaus’ genoemd, dat is de Beierse naam voor ‘herberg’. Modern met een traditionele twist, zoals veel verschillende houten stoelen. En de serveersters in Dirndl-jurk. Heel modern waren het Aziatische meisjes, en die bleek zo’n jurk ook prima te staan.

Het museum is groot, en twee uur was nauwelijks genoeg voor de vaste tentoonstelling, dus de baliemedewerkster vond dat we geen extra kaartje voor de barok-tentoonstelling moesten kopen. Dat was netjes van haar, het scheelde 5 euro pp, en ze had gelijk, we zouden er geen tijd voor hebben gehad.

Dit is het logo. De leeuw staat als beeld in de hal

Het is trouwens wel apart dat het museum hier staat en niet in hoofdstad München. Oorspronkelijk was het wel de bedoeling dat het in München zou komen. In 1961 was het het idee van de SPD dat de geschiedenis getoond moest worden en er was een geschikt gebouw, een voormalig legermuseum. Al (?) in 1972 kwam er een werkgroep en vanaf 1976 werd er ieder jaar een tentoonstelling over een Beiers onderwerp georganiseerd, ieder jaar in een andere stad. Met het museum ging het mis, want na de dood van Frans-Jozef Strauss (1988) vond zijn opvolger dat er geen ruimte meer voor was in de stad. Uiteindelijk werd in 2016 besloten dat het museum in Regensburg zou komen en werd het in 2019 geopend. In het museum zagen we een bordje hangen waarop stond dat je normaal 10 jaar nodig hebt voor een museum en dat zij het veel sneller hadden gedaan en dat dat knap was.

Het ziet er allemaal prachtig verzorgd uit, alleen wel wat donker soms en wat laag

De tentoonstelling heeft drie lijnen die door elkaar lopen: chronologisch, thematisch en ontdekken. Ontdekken is voor kinderen, dan kon je bijv. kleding aantrekken of een quiz doen. Wij vonden dat de leukste lijn. Thema’s waren bijv. sport, handel en tradities. Chronologisch waren er 8 periodes, van 1800 tot nu. Heel leuk was dat er geluid kwam uit de roltrap, geluiden van gevechten, hinnikende paarden, wapengekletter. Zo kwamen we lekker in de stemming.

Henk was bij de eerste tekst al enthousiast, omdat hij dat niet wist. (ik ook niet, maar ik had het ook me ook nooit afgevraagd) Wat bleek is dat Beieren tot koninkrijk werd uitgeroepen door Napoleon, in 1806. Daar stond dan wel tegenover dat er mannen geleverd moesten worden voor het leger en er zijn heel veel Beierse mannen gesneuveld in de Russische Veldtocht. We zagen het uniform van een man die het overleefd had. Zo’n heel hoge broek met een kort jasje erboven.

De bekendste koning van Beieren is natuurlijk Ludwig II, wat een figuur was dat. Toen we destijds zijn kastelen bezochten, Neuschwanstein (dat witte kasteel dat model stond voor Disney) en Hohenschwangau, werd hij vergeleken met Michael Jackson. Hij had enorm veel verbeeldingskracht en zat op de grens tussen genialiteit en krankzinnigheid. Hij was gefascineerd door Wagner. En in het museum hadden ze een houten beeldje van een zwaan. Er stond dat Ludwig II dat beeldje had gekocht omdat hij het zo mooi vond en dat hij korte tijd daarna Lohengrin hoorde, van Wagner. Hij zag daar een verband in, omdat Lohengrin ook over zwanen gaat. Hij werd de beschermer van Wagner en betaalde veel voor hem. En hij ging als het ware in de opera’s van Wagner leven, een sprookjeswereld. Hij liet kastelen bouwen en een grot waarin je de opera Lohengrin als het ware ziet. Ook reed hij rond in een koets met het eerste elektrische licht en toen Wagner stierf, trok Ludwig zich terug en werd hij uiteindelijk geestesziek verklaard en onttroond. De dag erna ging hij wandelen met zijn arts en zijn ze verdronken in het meer. Onderzoekers zijn nog steeds bezig met wat er gebeurd is.

We kwamen aan bij een leuke werkvorm over democratie. Er werd in 1819 stemrecht ingevoerd in Beieren. Op een scherm kon je verschillende meningen hierover zien van alle bewoners. Bijv. dat het geen zin had, omdat de koning toch het laatste woord had. Maar een ander zei dat dan dat het wel een verbetering was ten opzichte van de oude situatie. Zo leerde je hoe het stemrecht in elkaar zat. Dat was heel goed gedaan. Je kon ook je eigen mening aangeven.

Het thema Handel ging over de auto-industrie en het toerisme. In Beieren is de auto-industrie groot. En daar waren we totaal gecharmeerd door de kleine autootjes die daar gezellig bij elkaar stonden. Aan de teksten op de muur leidden we af dat er echt reizen werden gemaakt met deze miniwagentjes. Ik paste er nauwelijks in.

Het thema ‘Tradities en feesten’ toonde een verbijsterend aantal culturele feesten in Beieren. Heel belangrijk voor de identiteit van de inwoners van Beieren, werd uitgelegd. Wij zijn een keer in Oberammergau geweest in het jaar dat het passiespel werd opgevoerd. Dat is iedere 10 jaar maar eigenlijk zijn ze er altijd mee bezig. Een ander groot spektakel is het verslaan van de draak in het stadje Fürth. Daarvoor wordt een enorme robot gebruikt in de vorm van een draak. In de zaal zag je zijn kop en als je op een knop drukte gingen zijn ogen open. Zelfs zonder vuur was dat al angstaanjagend. Zie hier een filmpje van de draak: https://www.bayerischer-wald.org/bayerischer-wald-ganz-oben/erleben/drachenland/further-drache Hij is 4,5 m hoog.
Zo’n draak erbij maakt dat zo’n tentoonstelling laagdrempeliger wordt. Ook voor volwassenen. Want wij gingen ook op de knop drukken.

Aan het einde van de tentoonstelling stond dat ze druk zijn met een visie op de toekomst, waar gaat het heen met Beieren. Helaas weten wij dat nu nog niet. Wij gingen nog even snel naar het winkeltje en liepen langs foto’s van begin 1900 van ‘gewone mensen’. Heel leuk was de fotograferende boerin die van de dorpskapelaan een camera had gekregen. Zo zagen we een koffiekransje, een kind verkleed als soldaat en het welkomstfeest voor de nieuwe pastoor.

Kortom, net zoals het museum in Bonn dat we vorig jaar bezochten, en dat gaat over Duitsland als geheel, was dit ook weer goed gedaan. Behoudens wat kleine dingen, zoals teksten die te laag staan en soms gebrek aan licht, zodat je de teksten niet goed kunt lezen.
Beieren is overigens ontzettend groot, 13 miljoen inwoners. Om te vergelijken, Oostenrijk heeft er maar 9 miljoen. Don’t fuck with Bayern, willen we maar zeggen.

We wandelden door de mooie straten naar het gereserveerde restaurant, Café Lila. We hadden Regensburg gekozen vanwege de ‘looks’, prachtige gekleurde huizen. Een middeleeuwse stad die ongeschonden uit WOII is gekomen. Met ongeveer evenveel inwoners als Amersfoort, maar met een veel groter centrum. De stad heeft een beetje een Italiaanse uitstraling. En nu, met 30 graden, helemaal. De terrasjes zaten vol. Wij kregen een fantastisch tafeltje binnen in het café, voor het raam.

Op dit moment begonnen de berichtjes van Deutsche Bahn binnen te komen, met de waarschuwing dat er slecht weer op komst was. En dat we daarom ook op andere tijden mochten reizen dat aangegeven op ons treinkaartje. Ik probeerde te reserveren voor zaterdag, voor het geval dat, maar alle treinen zaten vol. Toen lieten we het maar op z’n beloop en besloten we te gaan reizen en wel te zien of we zouden stranden. We gingen nog snel even door de stad lopen voor het in een half uur 30 mm zou gaan regenen.

De gebouwen zijn prima onderhouden. Wel veel afval op straat vergeleken met Wenen.

We hadden Regensburg graag beter willen zien. Er is ook een Griekse tempel in de buurt, aan de Donau. Die heet Walhalla en koning Ludwig I liet hem bouwen. Omdat er toen nog geen Duitse identiteit was, zie je daar allerlei mensen vereeuwigd die als Duits werden beschouwd, maar er waren bijv. ook Belgen en Nederlanders bij. Interessant in het licht van het museum dat we bezochten.

Een uur later begon het keihard te regenen, de straten stonden blank. Maar het had gelukkig geen consequenties voor onze treinreis.

Wo 21 juni Avond in Wenen

Een bonusbericht, over de prachtige avond in het zwoele Wenen. Waar onweer dreigde, maar het volgens de opgeluchte ober met vol terras, ‘drie uur was uitgesteld’. En waar we mensen de tango zagen dansen.

We aten bij een restaurant naast het hotel. Een Joods restaurant, Eloa by Cohen. Hartstikke druk was het er. Het ligt middenin de zakenwijk bij het station en daarom hing er een briefje dat je van de gemeente Wenen niet hard mocht praten of zingen. En daar was dan eindelijk de Aperol Spritz Marianne!

En toen snel aan de wandel. We liepen langs de moderne kantoren, het zag perfect uit allemaal. Wat zit hier veel geld. Maar het is hier ook gevaarlijk, want er stond een bord dat je moest uitkijken bij storm. Waaien er dan platen van de gebouwen of zo? Later zagen we de borden ook in het park en daar kunnen we ons er iets bij voorstellen, want bomen. Maar hier?

We liepen zo het schitterende park Belvédère in. Met Obere en Untere Belvédère, twee sloten uit de barok (grofweg rond 1700). En daaromheen is moderne kunst gedrapeerd. Met onbegrijpelijke uitleg erbij. Een kunstenaar had de wereldproblematiek in één installatie verwerkt. Op een zinkend bootje zagen we het milieuprobleem, de vluchtelingencrisis en de armoede verbeeld.

Even verder waren we wederom vertederd door een elektrische maaimachine. Ik vroeg me af of die niet gemakkelijk gestolen kon worden. Maar Henk wees op het bordje: ‘Verboden op het gazon te lopen’. Slim!

Voorname oplaadplek
Het gras ziet eruit als een spijkerbed. Slim

In het museum in het park is een tentoonstelling van Messerschmidt, van die koppen die we in Bratislava zagen.

We waren inmiddels in de buurt van de concertzalen. Veel mensen op de terrassen, aan de rand van een vijver, kijkend naar een kleurrijke fontein of de tango dansend.

We dronken wat bij Stadtkino, een prachtig filmhuis. En toen begon het serieus te regenen en namen we de metro terug naar het hotel. Zo mooi hier, Wenen, we zouden hier wel een tijdje willen wonen.

Wo 21 juni Wat een toeval

Vandaag is de eerste dag van de zomer en voor ons de eerste warme dag. Het is nu 17 uur en we zijn net aangekomen in Wenen. We hebben een prima kamer op de bovenste etage van het IBIS hotel Hauptbahnhof, dus geen stampende voeten boven ons hoofd. Vanaf mijn bureau heb ik uitzicht over het station en de stad. Even snel tikken en dan gaan we eten bij een restaurant hiernaast, Eloa. We moeten wel even wennen aan de stank in de stad, na de schone berglucht.

Vanmorgen spraken we de eigenaresse, Katarína, nog even over wat er origineel is aan het interieur en wat nieuw. Nou, er is niet veel origineel, in de socialistische tijd is er veel vernield en gestolen. En er zijn ook geen foto’s bewaard gebleven van het hotel. We hadden nog wel wat vragen, maar daar was de taxi al, taxi ABA, helaas zonder ABBA-muziek. (Henk komt nu binnen met een beker latte, voor westerse prijzen,. € 4,80 maar liefst). Onze chauffeur was een knap meisje met lange nepwimpers en in korte kleren en ze was volstrekt niet communicatief. Henk dacht later dat ze zich schaamde dat ze geen Engels kon. Dat kan ook natuurlijk….

We reden naar Poprad, waar het grote station is. Daar komt de doorgaande trein van oost naar west langs, van Kosice naar Bratislava en dan rijdt ie dus bovenlangs, langs het Tatra-gebergte. En we konden de bergen zien vanuit het lichte en verrassend gastvrije station. We gingen aan een tafeltje zitten en kochten latte voor € 1,80. En even later schoof de eigenaar van het hotel bij ons aan. Hij had gisteren al verteld dat hij ook naar Wenen ging. We hebben gezellig gepraat over de geschiedenis van het hotel.


Ze zijn erg gecharmeerd van treinreizen en promoten dat gasten met de trein komen. Dat gaat al best goed. Katarína bleek logistiek te hebben gestudeerd en op Europees niveau gewerkt te hebben aan de treininfrastructuur. Je verzint het niet!

We kregen het over de verbouwing en ik zei dat het ze goed was uitgekomen dat koperkleurige kranen, spiegels, etc trendy waren. Maar wat bleek, ze wilden ze voor ze trendy werden. Ze hebben alles laten spuiten met de garantie dat het 10 jaar goed zal blijven. De leverancier wilde er eigenlijk niet aan. Zo zit het vaak anders dan je denkt.

Hoe zat er nu met die erfenis? Want Katarína is geen familie van de laatste eigenaresse. Nou, de familie Szontagh verloor hun bezit na WO II, vooral omdat ze rijk waren, en ze mochten niks meenemen. Dr Szontagh bracht zijn vrouw om gezondheidsredenen naar Merano, Italië en hij ging naar Levoca, in de buurt van het Tatra-gebergte, en ging werken in het ziekenhuis. In 1963 overleed hij eenzaam. Zijn vrouw overleed ook en hun dochter erfde het hotel. Zij vroeg de ouders van de huidige eigenaresse of die samen het hotel wilden exploiteren. En zij was gecharmeerd van hun kinderen en die hebben het hotel geërfd. En zo kwam het terecht bij de huidige eigenaren.

We namen de trein en zaten heerlijk in de eerste klas. Allemaal rustige mensen hoewel we even schrokken van de groep mannen met blikjes bier (en 8 flesjes water). Maar vier uur rust, het was heerlijk. Ik ontdekte dat ik nog een toegangspas van het hotel in mijn zak had en Henk ging hem even naar de hoteleigenaar brengen. Die zat inmiddels naast zijn businesspartner druk te werken. Die partner kon Nederlands en vertelde over Amersfoort, dat ze samenwerkten met een bedrijf aan het Smallepad.

We reden langs mooi landschap. Eerst zag je bergen en daarna meren, de Liptov-regio, een bekend toeristisch gebied. Ook industrie, overslag en gebouwen in ijskleuren waarin wij ze niet snel zouden schilderen. De foto’s zijn niet geweldig, omdat ze door het raam genomen zijn, maar je krijgt toch een beeld.

In Bratislava moesten we overstappen op de trein naar Wenen. En weer raakten we de weg kwijt in dit rare station. Moesten we buitenom door de bloedhitte. Binnen vonden we een rustig hoekje en daar was toevallig ook een bakkerij, gespecialiseerd in bladerdeeghapjes.

We stapten in de lange trein en stomtoevallig kwamen daar de hoteleigenaar en zijn partner aanlopen. Ze gingen bij ons zitten, aan de andere kant van het pad, en zo konden we het hebben over wonen in Wenen. Dat was heel leuk geweest en daar konden we ons iets bij voorstellen. Toen we Wenen binnenreden, wezen ze ons op de paden langs de Donau waar je goed kon inlineskaten. Ze vertelden trouwens dat ze hetzelfde hotel hadden willen boeken als het onze, maar dat het vol was. Wat een toeval!
We namen afscheid en beloofden hotel Villa Dr. Szontagh te promoten in Nederland.

Voor vandaag sluit ik af. Morgen beschrijf ik wat we in Wenen hebben gezien. Prachtige stad!

Di 20 juni Naar de top!

Vandaag was onze laatste dag in Slowakije en die beleefden we door naar de hoogst bereikbare plek van het land te gaan, de Lomnicka Stit. Gisteren gaf een van de medewerksters hier ons het laatste duwtje om kaartjes te kopen en vandaag stond dus in het teken van de top: om 14 uur mochten we naar boven.

Vanmorgen troffen we de eigenaar in de receptie. Hij gaf joviaal een hand en vroeg waar we vandaan kwamen. Amersfoort, nou dat kende hij goed, zijn notaris zit daar. Hij blijkt met iemand anders een investeringsbedrijf te hebben. Eerst in Amsterdam, nu in het hotel. Toen zijn vrouw het hotel erfde, heeft hij zijn partner in Amsterdam overgehaald hier in het Tatra-gebergte te komen wonen. We vroegen wanneer het hotel gerenoveerd was. Dat was drie jaar geleden en net toen ze open mochten, moesten ze dicht vanwege Covid. De steun vanuit de overheid kwam erg laat en als hij zijn bedrijf niet had gehad, waren ze failliet gegaan. In het begin van zijn bedrijf moest zijn vrouw hem ondersteunen, nu was het omgekeerd. Het vinden van een architect voor de renovatie was heel moeilijk geweest. Ze snapten niet dat ze het authentiek wilden houden. Dr Szontagh moet als het ware zo binnen kunnen stappen. En hij wilde dus geen stalen deuren en zwarte rekken, zoals iedereen heeft. Toen kwam hij op het spoor van twee bekende architecten die weg waren gegaan bij een gerenommeerd bureau daardoor betaalbaar was. En die hebben de renovatie gedaan.
Ze willen graag toeristen van buiten Slowakije en zitten nu op 60 à 70% buitenlanders. Vooral Nederlanders, Duitsers en Israëliërs, die komen op de koelte af. Ze hebben ook veel vaste klanten, mensen die al kwamen voor hun tijd. Zoals Hennie en Betsie uit Nederland. Haha.

Ons kleine ‘stationnetje’

Wij gingen maar eens op pad. Twee minuten met de trein naar Stary Smokovec en daar overstappen op de trein van onze doelplaats vandaag, Tatranska Lomnica, 20 minuten verder. De treinen zijn nogal vol en op het station las ik iets over werkzaamheden en gevolgen voor de dienstregeling. We weten niet of er normaal meer treinen rijden (1 per uur is wel weinig) of dat er langere treinen rijden, maar begrijpen dat het nu krapper is dan normaal.

Dat plaatsje staat ook vol hotels en is ook gebouwd vanwege de gezonde lucht hier. Het bleek ook weer een leuk plaatsje met schitterende gebouwen. We dronken er koffie, kochten bananen in de supermarkt, bezochten het VVV voor een plattegrondje en trokken naar de kabelbaan. We moesten eerst met een gondel naar station Skalnate Pleso en dan van daar om 14 uur naar de top.

Die top in het midden, daar gaan we heen

Ik was me druk aan het maken over de bewolking, want als het heel bewolkt is, dan zie je dus vanaf een bergtop. De informatie is dubbel: je moet vroeg boeken want de kaartjes zijn snel weg en aan de andere kant moet je juist wachten tot je zeker weet dat het helder is want anders heb je er niks aan. Een kaartje kost 66 euro dus dat is wel serieus geld. Maar goed, eerst maar genieten van Skalnate Pleso. En wat een mooie plek was dat! De naam betekent ‘rotsachtig meer’, en dat is het.

Het ligt op 1750 meter hoogte, er is een meertje en een observatorium voor astronomie en meteorologie. En een heel duur restaurant, vandaar die bananen uit de supermarkt. We vermaakten ons met rondlopen en lekker kijken. Wat een heerlijke plek. We liepen ook nog even naar het observatorium.

We aten onze bananen op en aten een mueslireepje en toen was het tijd om naar de volgende kabelbaan te gaan, die naar de top. We hadden een kabelbaantje al ieder kwartier zien gaan, want hij gaat ieder kwartier naar boven en naar beneden. Er kunnen 12 passagiers in plus een ‘machinist’. Er hangt een foto met de machinisten, en wij hadden Miroslav.

Het is een heel klein gondeltje, we stonden al haringen in een ton en toen moest er ook nog een stel met een baby bij. Baby’s zijn gratis, maar ik vind dat vreemd, want een huilende baby in zo’n kleine gondel, ik vind dat je dubbel zou moeten betalen. We gingen heel langzaam omhoog naar 2634 meter. Het was prachtig!

Boven is een station met een restaurantje, twee hotelkamers en een observatorium. En een infrastructuur om rond te lopen om de bergen van alle kanten te bekijken. Het was wel bewolkt, maar je kon toch wel een km ver kijken denk ik, dus de bergen dichtbij, die zagen we. Het was een stuk frisser dan op het tussenstation Skalnate Pleso, een graad of 10. We hadden jassen meegenomen. En we kregen opeens het bericht: ‘Welkom in Polen’! We waren niet ver van Zakopane.

Er ligt nog ijs!
Even kijken wat die bevroren meertjes zijn

We kochten nog even een cappuccino van 5 euro, want het restaurantje moet ook draaien, en toen werd nummer 1 omgeroepen. Je mag 50 minuten blijven en dan moet je terug. Bij het uitstappen hadden we een kaartje gekregen met een 1 erop. En dat kaartje moesten we nu weer inleveren, weer met z’n alleen de gondel in en weer naar Skalnate Pleso. Iedereen was blij in de gondel, dat we zoveel hadden kunnen zien. Er werden in het Slowaaks grappen verteld en er werd gelachen.

In Skalnate Pleso liepen we nog wat rond en plotseling zagen we een vos rakelings langs ons lopen. Al de tweede vos in twee dagen.

We gingen weer naar beneden, naar Tatranska Lomnica. Ik had gelezen over een verlaten kabelbaanstation en omdat we van verlaten gebouwen houden, gingen we erheen. Ik kom op dat soort plekken omdat ik op Google maps kijk wat er allemaal genoemd wordt in een plaats. Iedereen kan dingen toevoegen, bijv. ‘leuk bankje om van het uitzicht te genieten’. Dat is dan een mooie tip. En bij dit kabelbaanstation stonden veel reviews waardoor we te weten kwamen wat er gebeurd was. Het was een ambitieus project om vanaf die plek (naast hotel Praha) een kabelbaan te bouwen. Maar door mismanagement en ongelukken is het mislukt en is er een andere kabelbaan gebouwd. Dit soort verlaten plekken worden Urbex-plekken genoemd, van Urban Exploration. Wij vinden dat superleuk. In Spanje hebben we een keer een ziekenhuis doorzocht in een mijnbouwplaatsje. En ook dit gebouw was prachtig. Hoewel het nog beter zou zijn als er iets mee zou gebeuren.
Het staat naast het sjieke hotel Praha, en daar past het toch niet bij, dit gebouw. We mochten even binnenkijken in het hotel.

We wandelden weer terug door het dorp, langs de bobsleebaan en door het park. We kochten nog een keer bananen, voor morgen in de trein naar Wenen. Van Peter uit Kosice kregen we het bericht dat het daar noodweer was geweest. En morgen wordt het hier slecht weer, dus hadden wij even geluk de afgelopen dagen. Je kunt hiervandaan wel naar allerlei stadjes toe, maar je komt hier voor de bergen. En daar hebben we van genoten!

We namen de trein terug naar Stary Smokovec en aten bij hetzelfde restaurant als de eerste avond. En daar lazen we dat de president van Slowakije, Zuzana Čaputová, over een jaar niet herkiesbaar is. Dat is erg jammer omdat door haar mensen weer wat vertrouwen in de democratie hadden gekregen. We zullen de politiek blijven volgen en hopen van harte dat de partij van Fico niet wint komende september. De politiek is kwetsbaar hier, er is veel wantrouwen onder het volk. Je moet er niet aan denken dat het land de kant van Hongarije op gaat.
Haha, zijn we na een luchtig verslag toch weer in de politiek beland. Ik gooi er nog wat mooie plaatjes in en dan snel inpakken voor het vertrek naar Wenen morgen. Daar zijn we één nachtje en het idee was dat we een paar uur hadden om even in ons geliefde Wenen te zijn. Helaas wordt het 33 graden dus we moeten even kijken hoe dat uitpakt. We zijn helemaal nog niet aan hitte gewend, het was vandaag 23 graden.

Dit hotel is vlakbij ons hotel en het wordt gerenoveerd
Voor dit raam zou ik mijn bureau wel willen hebben
Station Stary Smokovec is uit 1908

Ma 19 juni Wandelen over de keien

We wisten wel dat wandelen in het Tatra-gebergte anders was dan in de Alpen, maar dat het echt alleen maar keien zijn hier, dat was toch even een schok. Vandaag hebben we gewandeld en het was heel leuk. Vooral ook door de andere mensen. Het waren er wel veel, maar wat waren ze aardig allemaal!

Lekker veel bordjes!

Maar eerst nog even iets over het hotel. Wat hebben we heerlijk geslapen en wat is het mooi allemaal. Het hotel is van een jong echtpaar waarvan we de vrouw nu een paar keer gesproken hebben. Ze is superenthousiast en ze zijn van plan er een heel mooi hotel van te maken. Onze kamers zijn dus pas gerenoveerd en ze gaan nog meer renoveren. Vanmorgen werden we vriendelijk ontvangen bij het ontbijt door een medewerkster en er werd goed rekening gehouden met onze vegetarische wensen, zelfs meer dan nodig, we zijn al gauw tevreden. De ontbijtruimte is in jaren 50 stijl met moderne accenten zoals de lampen en een zwart paard. Maar de houten bloembakken zijn gevuld met ouderwetse planten zoals sanseveria’s, hertshoorn en philondendron.

Geen doorsnee interieur. Aan de muur hangt dr Szontagh

De medewerkster hielp ons met de invulling van onze dagen. Ze vond dat we beslist naar de top van de Lomnicka moeten en daar hebben we dus online kaartjes voor gekocht. Ze zijn altijd snel uitverkocht omdat er maar weinig mensen in de gondel passen. Het lukte nog net voor morgen 14 uur. Wel fijn dat we dat nu beslist hebben, anders blijf je maar dubben. Het is wel duur, zeker voor Slowaakse begrippen, dus we hopen maar dat het morgen helder weer is tussen 14 en 15 uur zodat we ons geld er een beetje uit halen. We kregen het advies om vandaag vanuit het dorp naar boven te gaan met de ‘funicular’ en vanaf daar te gaan wandelen. We maakten notities maar eenmaal ter plaatse wisten we het niet meer zo goed. We hadden geen echte kaart mee, want om die nu te kopen voor twee dagen, maar de kaart met ‘artists impression’ was toch te vaag.

We liepen door het dorp via allemaal mooie hotels en hotels die in deplorabele staat zijn. Er staan hier gigantische hotels uit het begin van de 20e eeuw, toen mensen hierheen kwamen om te kuren. Dat ging eerst met trolleybussen die over slechte wegen kwamen rijden uit Poprad, maar gelukkig kwam er al snel een trein. Er hangen oude foto’s in het dorp en dat is genieten hoor. Maar eigenlijk is er niet eens zo veel veranderd.

Hier konden TBC-lijders in de zon liggen

En daar kwamen we al aan bij de ‘funicular’, waarvan ik even moest opzoeken wat het Nederlandse woord is. Kabeltrein. We kochten kaartjes en wachtten tot ie ging. In principe maar eens per half uur maar er was nu een grote groep wandelaars en nu ging ie eerder. We hadden niet verwacht dat het op een maandag buiten het seizoen (de paden zijn pas 4 dagen open) zo druk zou zijn. In het hoogseizoen is het filelopen denk ik. En dat komt doordat er hier niet veel paden zijn die voor een gemiddelde wandelaar te doen zijn. Het wordt hier al gauw heel moeilijk, met ladders en kettingen en zo. Dus iedereen gaat naar dezelfde plekken toe.

Boven gekomen maakten we onze wandelstokken op maat (hoe moest dat ook alweer….) en gingen we op pad. Meteen al heerlijke bordjes, met routes en waarschuwingen. Vooral die rechts is top natuurlijk, geen eendjes, vossen, herten en beren voeren. In het winkeltje bij de kabeltrein kon je bellen kopen tegen de beren, maar we verwachtten niet die nodig te hebben. Het pad begon comfortabel, met aangestampt grint. En daar zagen we de eerste sherpa al! Je hebt hier dragers die de hutten bevoorraden. Die lopen dus de hele dag heen en weer met van alles op een rek op hun rug. Zoals biervaten. Er is in het dorp een sherpa-museum en sherpa-café maar die worden gerenoveerd dus daar konden we niet heen. Gelukkig hadden we er een item op tv over gezien. Ze sjouwen 80 tot 100 kilo en zien het zelf als een vorm van mediteren. https://www.bnnvara.nl/3opreis/artikelen/bergen-tatra-slowakije

We kwamen al vlot bij een prachtige stroomversnelling aan. Met bruggetjes zodat je het goed kon bekijken. Ook zagen we nu wat de orkaan uit 2004 heeft aangericht hier. Er is toen een kwart van de bomen omgewaaid.

Er zou daar een hut in de buurt moeten zijn en we dachten daarheen te lopen, maar het duurde wel erg lang. We twijfelden of we wel goed zaten. Inmiddels liepen we al een een tijdje over de keien. Dat is veel werk geweest om aan te leggen en ook veel werk om overheen te lopen, je moet goed opletten. We vroegen aan voorbijgangers waar we waren en toen bleek dat we op weg waren naar een andere hut. Een eind verder, maar ach, we waren nu toch al op weg. Om ons heen mensen van allerlei leeftijden. Schoolkinderen op kamp, jongeren met elkaar, ouderen die ons inhaalden, jonge stellen met baby in een draagzak huppelen van kei naar kei, echt, wat was iedereen hier vaardig in. Ook best dikke mensen, klimmen als de beste hoor. Het is natuurlijk maar wat je gewend bent. En daar was weer een waterval. Mooi hoor!

Onderweg werd er veel gegroet, door iedereen. En bedankt, als je mensen voor liet gaan. we vonden het zo’n fijne sfeer. Ook in de hut waar we uiteindelijk goed aankwamen. Je bestelde je eten bij een loket en dan kreeg je een nummertje en werd het gebracht terwijl het nummer werd geroepen. In het Slowaaks, dus we moesten goed opletten of ze misschien met ons eten liepen.

Wat een gezellige sfeer zo met z’n allen bij de hut

Er was ook een wc. Onderweg hadden we bordjes gezien tegen het wild toiletteren.

En toen moesten we alles weer teruglopen, want het was geen rondje. Je kon wel doorlopen tot het volgende dorp, maar dat werd ons te ver. Terug ging wel sneller dan heen mits je niet uitgleed.

Fijn om weer in de bergen te zijn
Nog een sherpa

Weer terug bij het stationnetje namen we de kabeltrein weer terug, kochten een ijsje, liepen naar het station met een ambitieus plan, maar besloten toen om gewoon naar het hotel te gaan. In zo’n geval zeggen we dan ‘Ze controleren het toch niet’. Dat komt uit een conference van Brigitte Kaandorp. Die is zogenaamd met haar zus in Athene, aan de voet van de Akropolis, en dan besluiten ze om daar niet heen te gaan en op een terras te gaan zitten, want ‘ze controleren het toch niet’. We wandelden nog even door het dorp en vonden weer van alles wat we nog niet gezien hadden, zoals deze kerken.

En dit mooie huis.

We aten bij een Slowaaks restaurant. Wat ons weer opviel was dat hier bij alle gerechten staat hoeveel ze wegen. En bij de koffie staat dan hoeveel gram koffie erin zit. We vroegen gisteren aan Peter waarom dat was, en het blijkt een Slowaakse wet die er is om gesjoemel te voorkomen. Maar hij vond het onzin, het gaat er tenslotte om of iets lekker is.

Toen we terugwandelden zagen we een vos! Helaas konden we hem niet meer vinden voor een foto. We hebben ook veel vogels gespot hier, de zwarte roodstaart en de kneu.

Onze mooie badkamer blijft een feestje om in te zijn. Morgen eens vragen wanneer die gerenoveerd is, want het ziet er zo nieuw uit.

Het was weer een mooie dag waarin we ons heel prettig voelden in dit land.

Zo 18 juni Naar de hoge Tatra

Onze laatste bestemming in Slowakije ligt in het Tatra-gebergte. Dat gebergte ligt tussen Slowakije en Polen. Een ruig gebergte met wilde dieren, zoals beren, ook in de buurt van waar wij heengaan. We zijn eind van de middag aangekomen bij Villa Szontagh, genoemd naar Dr Szontagh die hier in 1907 een sanatorium maakte voor TBC-patiënten en het gebied hier als kuuroord ontwikkelde. We kregen net een historisch boekje van de hoteleigenaresse en daar is Henk zich nu in aan het verdiepen. De plaats waar we verblijven heet Novy Smokovec en onze kamer is geweldig mooi. Het is een junior-suite, met een zithoek.

Maar goed, daar ging nogal wat aan vooraf. We hadden vandaag Peter tot onze beschikking, met zijn auto, en hij ging ons naar het hotel brengen en ons onderweg van alles laten zien. Eerst gingen we verder waar we gisteren gebleven waren, namelijk de SPOTs. Dat zijn gebouwtjes waar vroeger een systeem in zat om een wijk te verwarmen, maar die op een gegeven moment leeg kwamen te staan. In het kader van Culturele hoofdstad van Europa is toen bedacht om die gebouwtjes in te gaan zetten als buurtruimte. Ze werden mooi beschilderd door kunstenaars, in samenwerking met de buurt. Elke SPOT kreeg een coördinator en die ging activiteiten organiseren met de buurt. De eerste werd in 2010 geopend en ze zijn nu allemaal nog in gebruik, het zijn er zelfs nog meer geworden. Peter vertelde dat de buren elkaar niet meer kennen. Dat was in de jaren 90 wel zo, omdat er toen allemaal gezinnen tegelijk in de flats kwamen wonen. Maar net als bij ons is er nu meer verloop en is de cohesie weg. En die is dus nu weer terug, door al die activiteiten, lessen, clubjes, een tuin, ga maar door. We mochten er eentje in en daar zaten jongeren te vergaderen. Peter vertelde wel dat dit niet zomaar gelukt was en dat ze goed gekeken hebben naar best practices en hulp hebben ingeroepen. Vooral het idee overbrengen aan de ‘beslissers’ viel niet mee. Ze zijn hier niet zo gewend aan concepten, ze willen concrete voorstellen zien, terwijl die er hier in eerste instantie niet waren, het was een aanpak die ze wilden invoeren en dat is minder tastbaar. Gelukkig was de artistiek directeur van het project tegen de critici opgewassen. Deze vrouw is nu politica en wordt mogelijk de volgende minister van cultuur.

Deze heeft een tuin en een sportruimte op het dak

We reden door de stad en Peter vertelde over de bouw van nieuwe appartementenblokken. Er is geen ruimte en ze worden dus op onprettige plekken gezet, zoals naast de spoorlijn. Door de schaarste worden ze toch wel verkocht. Over het nieuwe station was hij wel te spreken. Dat is ook verbouwd vanwege de Culturele hoofdstad. De infrastructuur van de trams is ook verbeterd en er kwamen grote bedrijven naar de stad, zoals Deutsche Telekom. In een klap 5000 banen erbij. En die moeten allemaal ergens wonen. We kregen het over een oorzaak van woningnood, namelijk scheiden. Het scheidingspercentage ligt hier op 50% en als beide partners een appartement willen met slaapkamers voor de kinderen, dan heb je dus veel te veel huizen nodig. En nu zijn er ook nog eens Oekraïense vluchtelingen die willen blijven.

En toen kregen we een heel leuk gesprek over Oekraïne. Peter zei dat de culturen zo veel verschillen dat dat tot problemen leidt. Oekraïners komen uit een land waar de overheid niet functioneert en waar je alles oplost met omkopen. En in Slowakije werkt het zo niet. Daar keken we wel van op, want in Nederland vinden we Oekraïners juist de makkelijkst integreerbare vluchtelingen. Het is maar met wie je het vergelijkt. Hier zijn ze niet gewend aan vluchtelingen, die komen hier nooit heen. Ze hebben wel veel arbeiders uit Servië en Roemenië. En ook hier is de huisvesting een probleem. Sommige werkgevers stellen echter eisen aan de woonomstandigheden van het personeel. Volvo komt hier bijv. naartoe om alle elektrische auto’s te laten bouwen en die eist dat het personeel fatsoenlijk kan wonen, dat er wegen komen en scholen. Overigens is het nogal onduidelijk hoeveel mensen er nu eigenlijk waar wonen. Slowakije is slecht in gegevens bijhouden. Veel mensen staan op andere adressen ingeschreven dan waar ze wonen en zo heeft men geen idee hoeveel mensen er in Bratislava of Kosice wonen; en dat is lastig bij goede stedelijke planning.

Maar goed, genoeg gekletst, we moesten de stad uit, via een slingerende weg door de bossen op weg naar Spis, waar het bekende kasteel staat waar iedereen heen gaat. Onderweg kwamen we langs het stuwmeer Ruzin dat is aangelegd voor de industrie en als om energie mee op te wekken. En je kan ook op het meer varen. Er was een restaurantje bij waar we koffie dronken. Even later kwam er een man op ons af die in het Nederlands begon te praten. Hij bleek in Leiden psychologie te hebben gestudeerd en herkende ons Nederlandse accent meteen. Dat was even leuk praten. Hij had ook in Schotland gestudeerd, maar vond het Engels van Nederlandse docenten beter te begrijpen, haha. Hij hield zijn Nederlands bij door naar Lubach te kijken. Hij wilde wel even een foto van ons maken. Ik zonder bril want ik had mijn zonnebril op en mijn gewone lag in de auto.

Peter legt iets uit

We reden verder, langs dorpen waar mijnen waren geweest, o.a. kopermijnen. Het was destijds een rijk gebied, maar door het sluiten van de mijnen lopen de dorpen nu leeg. We kwamen ook langs ghetto’s met Roma, en dat zag er verschrikkelijk uit. Ze hebben hun eigen regels en dorpshoofd en het samen zijn is zo belangrijk dat bijna alle interventies om de omstandigheden te verbeteren mislukken. Als een familielid iets anders wil doen dan de rest, dan ligt hij eruit en dat risico is hem te groot. Dus blijven ze met z’n allen in de misère zitten. Er zijn wel projecten om de mensen eenvoudige huizen te geven waar ze dan zelf nog aan moeten meebouwen, maar over het algemeen mislukken die.

Maar er is een uitzondering en dat is het plaatsje Spišský Hrhov. Het heeft maar zo’n 1500 inwoners maar weet veel voor elkaar te krijgen, o.a. wat betreft de integratie van Roma. Zo is het gelukt om een sociaal bedrijf op te zetten met mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt en dat bedrijf bouwt nu huizen. Ze hebben ook van alles opgezet voor eenzame ouderen, hebben samen een winkel en een project met composttonnen. De vorige burgemeester was daar een drijvende kracht bij. Het dorp werd ‘dorp van het jaar’.

Hier staat l’aska en dat betekent liefde. Het interactieve muziekmuseum was helaas dicht.
Gezamenlijke composttonnen

We wilden ook graag het beroemdste fort zien, Spišský hrad. Dat zie je in alle reisgidsen. We hoefden er niet op, maar ik wilde het wel zien. En dat kon. In de stralende zon stonden we te kijken naar een fort dat er al sinds de 12 eeuw staat en veel heeft weerstaan. Het lag op een knooppunt van belangrijke routes. Het fort bleef lang goed intact tot er brand uitbrak en toen kwam het niet meer goed. De bewoners wilden er sowieso liever niet meer wonen, die lieten landhuizen bouwen in de dorpen. En zo staat het al eeuwen langzaam in te storten. Nu wordt het echter gerestaureerd, we zagen een grote kraan op de heuvel staan.

De volgende bestemming was Levoca. Een heel belangrijke stad die ooit de op 2 na belangrijkste stad van het koninkrijk Hongarije was. De stad kreeg in de 13e eeuw veel privileges, zoals het recht een muur te bouwen, om geen belasting te hoeven betalen en nog iets met religieuze vrijheid, die ben ik even kwijt. Er werd gehandeld met Hanzesteden en met Venetië. En ze hebben er een kerk met een enorm altaar, dat we niet gezien hebben want er was een dienst in de kerk. De kerk is ook onwijs groot, de tweede van het land. Maar het belangrijkste is dat het een ontzettend mooi stadje is. Dat altaar kan me gestolen worden, het gaat me om de huizen en die waren prachtig. Een ontzettend mooi plein met terrasjes erlangs waar families bij elkaar kwamen. Want op zondagmiddag doen gezinnen dat hier.

Middeleeuwse strafkooi voor vrouwen

We aten even wat in een restaurant in de muur, Basta, en we spraken over de corruptie die hier plaatsvindt bij het aanvragen van Europese subsidies. Europa laat controles over aan de landen, maar die zijn niet te vertrouwen. En omdat gemeentes bij Europese subsidies ook zelf iets moeten bijdragen terwijl ze dat geld niet hebben, moet dat uit de subsidie zelf komen. Je hebt ook in feite altijd een oliemannetje nodig ervoor kan zorgen dat er voor jouw project gekozen wordt, en dat oliemannetje doet het niet voor niks. Zo valt er nog een hoop te verbeteren in de wereld.

Vanaf Levoca reden we door naar ons hotel en al snel zagen we de bergen liggen. Er ligt nog sneeuw op.

We kwamen rond 17.00 uur aan en namen afscheid van Peter, kregen een hele tas met Slowaakse lekkernijen en gingen het hotel in waar we hartelijk werden verwelkomd. Vanavond hebben we in het dorpje gegeten en dat was een crime want in 8 achtereenvolgende restaurants hadden ze zulke nare muziek (een soort loungemuziek met beats, we konden er niet tegen) dat we er niet konden eten. Tot we Slowenska vonden, een modern restaurant met Slowaakse gerechten en Slowaakse muziek. Zo sterk doorgevoerd dat je er niet eens zwarte thee kon krijgen. Wel gemberthee. We aten een soort risotto van gerst met biet, vergeten groente en kaas. Het was heel lekker en we vonden het heel leuk dat het traditioneel was.
Weer in het hotel spraken we de eigenaresse nog even. Een heel enthousiaste vrouw die ons morgen maatwerkadvies gaat geven voor het wandelen, op basis van onze fitheid, de hoeveelheid sneeuw in de bergen en het weer. Dat klinkt ons als muziek in de oren, mooie muziek dan wel.

Za 17 juni Met gids Peter op pad in Kosice

We waren wat later thuis, want we moesten kleine egeltjes redden. Vanavond liepen we naar het park en zagen mensen in de weer met iets. Bleken er egeltjes te lopen, zonder moeder. Een man deed water in een dop en toen ging een egeltje drinken. Het was zo schattig, maar ook zo zielig. De omstanders reageerden vol ongeloof dat we in Nederland een dierenambulance hebben. We kregen deze uiteindelijk in een perk door hem met een stokje op een papieren tas te schuiven, maar even later liep hij weer zoekend rond.

Vandaag gingen we met gids Peter de stad in en daar hebben we een hoop van opgestoken. Met name over city marketing, want hij is een van de mensen die ervoor heeft gezorgd dat Kosice culturele hoofdstad van Europa in 2013 werd, dat er goede plannen werden opgesteld en dat ze slaagden. Hij heeft toerisme gestudeerd in Kosice (hier zijn vijf universiteiten) en in Leeds en begon hier als 30er aan het enorme project. Wij hadden er geen idee van hoeveel impact zo’n titel kan hebben. Ze hadden 70 miljoen te besteden, grotendeels van de Europese Unie (85%). Ze hebben ingezet op cultuur en participatie, het doel was om mensen te triggeren, dat ze nieuwsgierig werden, ergens meer van wilden weten. Slowaken zijn vrij afwachtende mensen, mede door de socialistische periode, waarbij het niet de bedoeling was dat je initiatief toonde. Dat doet wat met de generatie die het meemaakt, maar ook met de generaties daarna. Het gevoel dat leuke dingen niet voor jou zijn en dat je daar ook geen invloed op hebt, dat zit er hier diep in. De voorbeelden die ik gisteren gaf, over dat winkelcentrum en dat paard, dat waren voorbeelden die we vandaag met Peter bespraken. Hij kende ze en vond het hoopgevend dat de inwoners voor zichzelf opkomen.

Peter met het zogenoemde ‘bidboek’ waarmee ze wonnen

We ontmoetten Peter vanmorgen vlakbij ons appartement. Hij kon meteen van alles vertellen over de buurt, dat het de Joodse buurt was geweest en dat er een omheinde plek was geweest waar de Joden bijeen werden gedreven om ze te deporteren. Een schuldige omgeving dus.
We wandelden de stad in en hij vertelde de hele geschiedenis van Slowakije geïllustreerd door de gebouwen waar we langs kwamen. We hebben overigens maar een klein stukje binnenstad gedaan en toen waren we al uren verder. We hadden natuurlijk eerst verteld wat we gisteren allemaal al zelf hadden gezien, zodat we efficiënt met de tijd om konden gaan.

Hier was de plek waar de Joden werden verzameld

We kwamen langs een kasteeltje, het Jakabov paleis. Dat blijkt al decennia leeg te staan omdat er rechtszaken zijn over eigenaarschap. In de socialistische tijd werden gebouwen en grond staatseigendom, zo ook dit kasteeltje. Daarna werd bezit teruggegeven aan de voormalige eigenaren, voor zover ze wisten wie dat waren. Dat wisten ze van dit gebouw niet en het verviel aan de gemeente. Maar later werd het geclaimd door een familielid. En daar worden nu al 30 jaar rechtszaken over gevoerd, terwijl het nodig moet worden gerenoveerd.

Peter vertelde wat dat verlies van eigendom in zijn eigen familie had betekend. Zijn opa was boer en raakte zijn land en huis kwijt aan ‘het collectief’. Dat vond hij verschrikkelijk, omdat hij niets meer te zeggen had over de bedrijfsvoering. Toen hij het land weer terugkreeg was hij 70 maar is hij als een gek alsnog gaan boeren, omdat hij blij was dat het weer van hem was. Op hem had het dus een stimulerende werking dat hij vrij kon leven, maar er waren ook veel mensen die er angstig van werden, omdat ze nu zelf verantwoordelijk waren voor hun leven. En alles werd duurder. In de socialistische tijd trokken de mensen van het platteland naar de stad om te gaan werken in de fabrieken, en dan kregen ze een huis. Er zijn in die tijd enorm veel flats bijgebouwd. Je hebt hier buiten het centrum geen rijtjeswoningen, iedereen, rijk en arm, woont in een flat. Op het moment is er woningnood en zijn de beschikbare huizen heel duur. De socialistische tijd leidde er ook toe dat mensen de overheid niet meer vertrouwden. Peter vertelde dat het zelfs nu, na 30 jaar, nog zo is dat mensen uit de oudere generaties bang zijn zich uit te spreken.

We kregen het over de invloed van Hongarije. Het was zo: tot WO I was Slowakije onderdeel van Oostenrijk-Hongarije, na WO I onderdeel van Tsjecho-Slowakije, in WO II werd Slowakije een zelfstandig land (met uitzondering van Kosice en omgeving want dat ging onder Hongarije vallen) en na WO II werd Tsjecho-Slowakije hersteld en vanaf 1993 werden beide landen zelfstandig. Dit is zo ingewikkeld, we moeten het steeds voor onszelf herhalen. We hoorden dat in 1910 maar liefst 75% van de inwoners van Kosice Hongaars was. Nu snapte Henk ook waarom de schrijver Marai niets schreef over Slowaken, die woonden hier bijna niet.

Nou, dat was heavy stuff, ook voor ons tijdens de wandeling, om dat allemaal een beetje te volgen. Daarom dacht ik, ik begin het verslag even met een dier. Doel van Culturele hoofdstad van Europa was om een heleboel ontwikkelingen in de stad op gang te brengen. Vooral op het gebied van culturele participatie en herbestemming van gebouwen. Er werd met veel partijen samengewerkt, nationaal en internationaal. Peter ging overal naartoe en haalde zijn docenten uit Leeds hiernaartoe. Daar waren dan bijeenkomsten met docenten van de universiteit hier en die van Leeds en bleek een enorm cultuurverschil. De docenten van hier schrompelden ineen bij de welbespraakte en zelfverzekerde docenten uit Leeds. Zij waren gewend om alleen maar te ‘zenden’ vanuit hun onaantastbare functie, maar nu moesten ze kennis toepassen en discussiëren. Dat was iets heel nieuws.
Gelukkig zaten er allemaal kundige en enthousiaste mensen in het project en werkte de burgemeester ook goed mee. Ze hadden hulp van een organisatie uit Den Bosch en van mensen uit Rotterdam en hadden contact met landen die eerder culturele hoofdstad waren geweest of die het gelijk met Kosice waren. Wat Peter had gedacht was dat westerse landen minder problemen zouden hebben met alles en dat er daar geen fraude en corruptie was. En toen bleek dat dat daar ook was, was dat een nieuw inzicht. Opvallend was dat westerse landen durven te vertellen over wat er niet goed was gegaan, terwijl men dat in voormalige oostbloklanden niet durft.

Er zijn hele mooie sociale projecten opgezet in de wijken die nu nog lopen. Zoals activiteiten in oude energiegebouwtjes in de wijken. de zogenaamd Spots. Daar gaan we morgen nog even kijken, want daar kwamen we niet meer aan toe. Wel gingen we naar een voormalig kazerneterrein dat prachtig is herbestemd.

Ook hier Filmfestival

Peter vertelde over dat hij Visit Kosice heeft opgericht en dat hij zo graag wil dat hier mensen naartoe komen. Mensen hebben geen idee wat er allemaal te zien is in Slowakije. Hij stuurde ons net het nieuwe promotiefilmpje voor de regio Kosice. Heel dynamisch. Ze zien hier Kosice trouwens als een aparte plek in het land, met een eigen cultuur, als een aparte ‘planeet’. Daarom hadden ze bij de stad van Culturele hoofdstad een start vanuit de ruimte georganiseerd, door contact met een ruimteschip. Wij roemden nog even de fijne sfeer hier in de stad. Een beetje lome sfeer, een sfeer van flaneren, vriendelijkheid en schoonheid, letterlijk en figuurlijk, de straten zijn hier heel schoon.

Rond 15 uur namen we afscheid en kregen we een keycord van Hoofdstad van Europa. We kochten snel wat te eten in een soort natuurvoedingswinkel. Zag er mooi uit. Daarna deden we ‘Lower Gate’, een museum onder de grond die over de muur van de stad gaat. Het zag er mooi uit maar we vonden het ook wat saai en we begrepen niet alles. Dat zal ons gebrek aan ruimtelijk inzicht wel weer zijn.

De geleidelijke opbouw van de versterking van de stad

Weer boven vielen we in de opening van het Filmfestival. Een chauffeur/beveiliger voelde zich heel wat, haha. Hij zag er geweldig uit met zijn pak en zijn zonnebril. Op het podium twee acteurs die wij niet kenden, maar later vanavond bleek de actrice in de krant te staan. Ze kregen zo te zien een tekening van Kosice. Daar zullen ze blij mee zijn. Ik denk dat Peter een beter aandenken aan Kosice zou hebben bedacht.

We liepen door mooie straatjes die vlakbij het centrum liggen maar doodstil waren, op zaterdagmiddag. Ons doel was een gebouw waar het Filharmonisch Orkest in zit. Het heet Dom Umenia, House of Arts en is uit 1927. Het was eerst een synagoge en is gemodificeerd in de socialistisch realistische stijl. En dan krijg je dit:

We wilden graag wat muurschilderingen zien en met het OV en dat combineerden we met een ritje naar wijk Lunik II. Er zijn hier 9 wijken die Lunik heten met een cijfer erachter. Lunik IX is heel erg, daar wonen Roma in kapotte flats zonder voorzieningen en achter een muur. Daar hebben we een een programma op tv over gezien, van Menno Bentveld. https://www.bnnvara.nl/demuur/videos/301097 Daar gaan we niet heen. Peter vertelde erover dat het heel moeilijk is om de Roma te integreren in de samenleving. Als je de kinderen in gewone klassen zet, dan gaan de ouders van de niet-Roma kinderen klagen omdat de Roma-kinderen stelen en ziektes hebben. Dus zetten ze de Roma-kinderen in aparte klassen waardoor ze niet integreren.

Maar goed, wij gingen naar Lunik II. We kochten een kaartje in een automaat en daar gingen we. Leuk om even uit het centrum te zijn en even later rond te lopen in een gewone woonwijk. We hadden een overzicht van 8 te belopen muurschilderijen in onze telefoon en vonden de eerste al snel. Helaas bleken 2 en 3 overgeschilderd. Van 2 was dat te verwachten want dat waren twee zoenende mannen en dat is controverseel. Maar ook nr 4 en 5, iets met ratten, konden we niet vinden. Toen kochten we maar een ijsje en gingen we weer eens op huis aan. Vanuit de tram zagen we nog een muurschildering.

Nu nog even naar het park, want dat is prachtig. Op weg erheen kwamen we dus langs de kleine egeltjes, dat was me wat. In het park een monument voor een Noor die de nobelprijs heeft gewonnen voor literatuur en die een voorvechter was voor onderdrukte landen, zoals Slowakije. Het monument was betaald door hetzelfde trio als we in Bratislava aantroffen, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. Intrigerend. Verder een prachtige fontein en een Jugendstilpand dat hotel en restaurant wordt. Ook hier zagen we weer kramsvogels, net als in Lunik II. Daar hoorden we ook een Europese kanarie. Die mogen op het lijstje.
We aten even snel wat broodjes op het station en waren net voor de regen thuis, rond 20 uur.
Daar begon het grote ergeren weer, want de buren boven ons maken enorme herrie. Dat doen ze niet expres, de vloer is blijkbaar zo slecht aangelegd of geïsoleerd dat de kopjes in de kast staan te rinkelen. Ik ben al even boven geweest om ze te laten weten dat het doorklinkt. Ik snap de klagende mensen bij De Rijdende Rechter nu wel beter.

Vr 16 juni Het is hier fantasties!

Nee, dat is niet verkeerd geschreven, dat wordt straks duidelijk. Iets met een Hongaar en een presentator. Eerst de dag maar weer even doornemen. Een dag waarbij we steeds stuitten op het Filmfestival dat vanavond wordt geopend. Dat festival is een jaarlijks evenement sinds 2013, het culturele hoofdstadjaar. Dat heeft een aantal initiatieven een goede zet gegeven. Het filmfestival was ook wat lastig voor ons, omdat we locaties wilden bekijken waar nu allemaal meiden op hakken en met keycords rondliepen om ons tegen te houden. Maar ons houd je niet tegen.

We kwamen lang een beeld van een paard, Cassa geheten. Toen Henk er op zocht op Wikipedia, bleek daar een verhaal over een ander paard te staan. Ik zag dat het verschillende paarden waren, je bent een paardenmeisje of niet. Er er bleek een verhaal achter. te zitten (dat niet op Wikipedia is bijgewerkt) Dat andere paard stond er tot 2012 en was uitgeleend door de veterinaire vakgroep van de universiteit. Toen die het terugwilden, heeft een groep mensen een nieuw beeld laten maken en dat hebben ze met hulp van de gemeente geplaatst. Daar kwamen mensen tegen in opstand, want ze vonden dat niet democratisch. Het doet denken aan iets dat gebeurde in Amersfoort. Een groep mensen wilde de bron op De Hof mooier maken en wilde dat ook zelf betalen. Maar de inwoners wilden dat niet en het ging niet door. Het paard is ondanks de tegenstand toch gebleven.

We wandelden langs twee synagogen die van binnen prachtig schijnen te zijn, maar waar je alleen met een groep in mag.

Altijd jammer. Dus door naar een herbestemd zwembad. Dat is een gebouw uit de jaren 50 dat veel te lijden had onder werkzaamheden aan de weg. Uiteindelijk is besloten dat het een kunsthal zou worden, de eerste van Slowakije. En in 2013, het hoofdstadjaar, werd het geopend. Het is een prachtig gebouw, waar we graag in wilden. We waren in de hal en zagen dat er een gordijn een stukje open stond. We vroegen of we door het raam mochten kijken en na wat aandringen mocht dat. Het was inderdaad prachtig en toen werd het gordijn dichtgeschoven. Hier een link naar het interieur. link Er was ook mooie brug naartoe.

Er was nog een gebouw waar het filmfestival was, de jaren 80 bioscoop Usmev, wat ‘lach’ betekent. Daar kon je de zaal niet in, maar de hal was al fantastisch, terug in de tijd. Buiten was men druk bezig om een groot bord met de hand te schuren, omdat het van graffiti te ontdoen. Alles moest mooi zijn vanavond.

We wandelden weer verder en kwamen langs een winkelcentrum dat geweldig afstak tegen de oude huizen ernaast. We vonden het een mooi ontwerpen en later bleek dat het socialistische bouw uit de jaren 60 is. Ons viel op dat de logo’s van bedrijven zwart-wit zijn. Net even uitgezocht en wat bleek is dat een projectontwikkelaar het in de jaren 90 heeft gekocht en er kantoren in wilde maken. Maar daarvoor moesten er ramen in de gevel komen. Er kwam een bijeenkomst in bioscoop Usmev en er bleek veel weerstand. Uiteindelijk heeft een andere projectontwikkelaar het gekocht en is de verbouwing beperkt gebleven. Aan de buitenkant is het zelfs beter geworden, want daar hing vroeger lelijke reclame en nu zie je alleen die subtiele logo’s. Let ook op de dure auto’s die er staan. Het winkelcentrum is overigens niet zo bijzonder. We hebben er wel lekker gezeten in het café in de boekwinkel.

Er staat hier een grote kathedraal, de Elizabethkerk, en daar kwam een enorme processie uit van mannen in het wit. En daarna een stroom gewone mensen die iets te eten kregen uit dozen. Let op de wapperende non.

We aten bij een café dat Salka kafy heet, wat ‘kopje koffie’ betekent. Een organisch verzameld interieur met allemaal verschillende stoelen en tafels. We aten tosti’s. een heel gezellige plek, met leuke muziek. Er zijn heel veel café’s die op elkaar lijken, saai dus. Dit was niet saai.
We zagen een krant liggen en probeerden die te lezen. Met Google Lens en wat ging dat goed! We zagen meteen mogelijkheden in musea die alleen in het Slowaaks zijn. Tot nu toe maakte ik een foto van een tekst en gebruikte dan een functionaliteit in de foto-app, maar Lens werkt veel fijner. Van de weeromstuit kocht Henk even later een krant en heeft daar heerlijk in zitten lezen. Hij heet SME Korzár. Dat betekent voor zover wij kunnen vinden: wij zijn zeerover. Dat lijkt op de Piratenpartij, haha. Nieuws: een poll m.b.t. de verkiezingen zegt dat de progressieve partijen oprukken. Je moet er toch niet aan denken dat de rechtste Fico weer minister-president wordt. Zeker niet in deze tijd van oorlog. Fico zegt dat hij denkt dat de verkiezingen in september vervalst worden. Trumpgedrag.

Ertegenover zijn twee vestigingen van het Oost-Slowaakse museum. In het eerste bekeken we de natuur uit de Karpaten (met als hoogtepunten opgezette versies van twee prachtige vogels, de bijeneter en de scharrelaar) en etnografische dingen. Een kleurrijke inrichting met vooral een opvallend leuk jasje, dat je zo zou willen hebben. Kleurrijk zie je vaak bij mensen die vrij arm zijn. Dat je er dan thuis nog wat van maakt. Vergelijk dat met de huidige trend ‘quiet luxury’ waarbij je je expres saai kleedt maar dat die kleding wel duur is. Of dat je je babykamer beige inricht.

In het museum ertegenover bezochten we de tentoonstelling over propaganda. Propaganda is van alle tijden en dit ging over de periode 1e WO tot 1980. Juist nu een actueel onderwerp. We spraken een Vlaams echtpaar dat Slowaken had gesproken die pro-Putin waren. Ze konden zich dat slecht voorstellen. Wij hebben ook gelezen dat steeds meer Slowaken tegen de NAVO zijn en meer sympathie voor Rusland krijgen. Beangstigend.
Grappig was dat het echtpaar heel anders was dan we dachten toen we ze zagen. Ze zagen er een beetje behoudend uit, maar bleken in Slowakije te zijn omdat ze met hun dochter en kleinzoon naar een concert van Rammstein te zijn geweest. Dat is dus harde muziek. En ze waren op vakantie geweest in Armenië. Zo zie je maar.

In het museum is iets te zien waar Kosice heel trots op is, ze noemen het ‘de gouden schat’. In 1935 zijn er bij een restauratie 3000 munten gevonden waarvan de jongste uit 1682 was. Die was toevallig gemaakt in Kremnica. Van die munten waren er 1000 Nederlands, uit allerlei provincies en steden. Geeft maar aan hoe sterk Nederland toen was qua handel. De munten waren te zien in een kluis met een klein deurtje.

Achter het museum staat een houten kerk. Dat komt goed uit, want de houten kerken zijn te ver reizen voor ons. Deze lijkt veel op wat we in Noorwegen hebben gezien.

Henk wilde graag naar het Sandor Marai-museum. Dat was een Hongaar die leefde van 1900 tot 1989. Hij is hier geboren, ging studeren in Boedapest en werd een gevierd schrijver. Hoewel zijn vader het geen goed idee vond dat hij (en zijn broer) in de kunsten ging, hij moest zijn achternaam veranderen.

Marai emigreerde toen de communisten aan de macht kwamen in Hongarije en raakte in de vergetelheid. Na zijn dood werd hij opeens heel populair, doordat zijn belangrijkste boek in het Italiaans werd vertaald en Hongarije in de schijnwerpers stond op de Buchmesse. Zijn boeken zijn nu onderdeel van de canon van Europese literatuur. Henk heeft stukken van zijn memoires gelezen, de stukken die over Kosice gaan. Henk kreeg in het museum een discussie met de medewerkster over het verschil tussen burger en bourgeoisie, waar ik nu niet verder op inga. Het museum was fris en interessant, met veel foto’s en oorspronkelijke meubels.
Er is ook een Nederlands tintje aan Marai. Want Ursul de Geer is fan. We kennen hem van tv, van het ordinaire programma ’t is hier fantasties’, over mensen op vakantie. Maar dezelfde Ursul heeft drie bewerkingen van Marai in het theater gebracht. Je verwacht het niet.

We liepen weer door de mooie hoofdstraat. Daar is de inrichting van de straat zo lekker ruim. Je hebt een stoep, dan een tramrails (die overigens vrijwel niet wordt gebruikt want de gemeente vindt het te gevaarlijk), dan een fietspad en dan een brede stoep waar terrassen op passen en waar je dan links en rechts nog langs kunt.

We gingen nog even naar de Uluv-winkel, met ambachtelijke Slowaakse producten, maar jammer genoeg zat er niks voor ons bij. We hadden wel ideeën over wat wel zou verkopen. Maar dingen om neer te zetten, daar heeft niemand toch plaats voor?
Even verder zagen we het operagebouw. Wat is dat prachtig! Voor een stad van 240.00 inwoners is het aantal voorname gebouwen echt krankzinnig groot. Wel een enorme kostenpost voor de stad.

Het regende nog steeds en dus vonden we dat we een foto moesten maken bij de bekende papaplu’s. We hadden al eerder vandaag paraplu’s gezien, boven een terras, maar die hingen er niet tegen de regen, maar tegen het stuifmeel dat uit de bomen viel. Alles was er geel.

We aten vlakbij ons appartement in een bierbrouwerij. Een leuk restaurant met goed muziek, qua stijl Herman Brood, maar die kwam niet langs. Het restaurant heeft technische dingen verwerkt in het interieur en dan ben ik meteen enthousiast. Het bleek trouwens lastig om een restaurant te vinden waar ze ook iets vegetarisch hebben. Veel restaurants zijn alleen maar tussen de middag open. Een vreemde gewaarwording. De serveerster zei dat restaurants hier op zondag ook vaak dicht zijn.

Do 15 juni Treinen naar authentiek Kosice

Lekker treinen, dat gingen we vandaag doen. Onze volgende bestemming was Kosice en dat ligt in het oosten van het land. Oekraïne ligt hier 80 km vandaan en Hongarije 20 km. We willen graag een keer naar Oekraine, naar Lviv en hier in Kosice lijkt het wel een beetje op Lviv denken we. En gek genoeg heeft het ook iets van Parijs, maar dat kan komen door de accordeonmuziek die sfeer bracht in de hoofdstraat. We zijn onder de indruk van de prachtige gebouwen hier, majestueus is het. En zo fijn rustig zonder de reclameborden en vrijgezellenfeesten van Bratislava.

Onze verhuurster Petra vanochtend beloofde ons dat Kosice heel mooi was. En ze vertelde dat haar moeder er vandaan komt: ‘She is a real Kosician’, zei ze trots vanuit haar kantoortje naast onze kamer. Dus onze verwachtingen waren hoog. (nu ik dit schrijf, komt er een appje binnen van Petra, of het allemaal gelukt is en of we al in Kosice zijn. Nazorg!)
Vanochtend hebben we kunnen ontbijten in het bij de appartementen behorende cafeetje. Helaas was het de afgelopen dagen dicht. Ze hebben daar gebak en ontbijt. Het werd wel haastwerk want het duurde een half uur voor we het eten hadden en toen hadden we nog maar een kwartier om het op te eten. Er waren vier tafeltjes in het café en er zijn vijf kamers, sommige voor 4 personen. Dat moet dus wel fout gaan als ze vol zitten.

Snel spullen pakken en de taxi van Bijan taxi’s in. Het station van Banska Bystrica is wel bereikbaar met het OV, maar dan moesten we wel heel vroeg weg. Het was een mooie rit van drie kwartier ongeveer over een nieuwe snelweg aangelegd met geld van de EU. Zoals hier veel is gesubsidieerd door de EU. Ze zijn er blij mee, de Europese vlag is veel te zien. Het station is prachtig. Dus hier de eerste stationsfoto van vandaag, er zullen er nog vele volgen want het was dus een treinendag.

Let op de ramen links.

We reisden vandaag over een bijzonder traject. Als je deze wervende tekst leest, dan wil je meteen mee toch? ‘One of the greatest train rides is from Margecany to Banská Bystrica via valley of the river Hnilec and Horehronie offering wonderful views on Slovak Paradise protected nature reserve and The Low Tatras.’ En dan te weten dat er ook nog een keerlus in het traject zit, bij het plaatsje met de wonderlijke naam ‘Télgart Penzion’. De treinrit duurt ruim drie uur en je zit in feite in een stoptrein met rechte stoelen. De trein is kort en in trek en je kunt niet reserveren. Er is ook geen eerste klas. Het was dus hopen dat we een goede plek zouden vinden en gelukkig was dat zo. Lekker voor het raam zagen we het Slowaaks Paradijs aan ons voorbij gaan. We luisterden naar podcasts, want drie uur lang alleen maar kijken, dat kunnen we niet meer aan, haha. Onderweg stationnetjes met klinkende namen als Dobšinská ľadová jaskyňa, Mníšek nad Hnilcom en Slovenská Ľupča-Príboj. De stations zijn heel verschillend van aard, maar altijd staat er een spoorwegpersoon met een spiegelei.

De eerste paar uur was het druk in de trein, maar het werd steeds rustiger, zodat ik de stoelen kon fotograferen. Keurige trein en met een even keurig toilet. Heel groot, ook voor rolstoelers, en heel fris. Voor ons gevoel best snel, kwamen we aan bij station Margecany, waar we moesten overstappen op de trein naar Kosice. Dat was een heel spektakel want dat is een station met heel smalle perrons. We hadden al niet meer verwacht over te kunnen stappen op de geplande trein, maar omdat de andere trein ook vertraging had, gingen we met een heleboel mensen op pad naar perron 8, o nee, toch naar 4. Je mocht gewoon over de sporen lopen, het was heel gek. We zaten weer in zo’n oude trein net zoals het treintje naar Kremnica. Met van die smalle bankjes waar tegenwoordig echt geen twee mensen meer op passen. En met een enorm hoge instap, waarbij iedereen elkaar helpt om erin en eruit te komen.

Na een half uurtje waren we in Kosice en daar zijn ze flink aan het bouwen aan het station. Met glas en staal en zo en allemaal mooie winkels erin. Daar kan Bratislava nog een puntje aan zuigen. Kijk, het kan je smaak niet zijn, maar het is wel netjes.

We hebben hier weer een appartement, omdat ik op dit moment in de reis graag een wasmachine heb en die hebben ze niet in hotels. Hotels klagen vaak over oneerlijke concurrentie met appartemenverhuur via AirBnB en Booking.com, maar een manier om mensen voor hotels te laten kiezen is de aanwezigheid van een wasserette. Die zijn in de stad haast niet te vinden, maar als hotels nu samen op zouden trekken en goed toegankelijke wasserettes zouden maken, dan willen mensen wel in een hotel.

Ons appartement is in een gebouw uit de Jugendstil-tijd en is aan de buitenkant niet gerestaureerd. De benedenverdieping, waar een advocatenkantoor zit, wel, maar de etages erboven niet. En dat ziet er zo uit. Gelukkig waren we voorbereid.

We moesten zelf binnenkomen en hadden een instructie ontvangen voor het openen van het sleutelkastje bij de deur. Wij hadden kamer Amsterdam, wat we wel komisch vonden. Het appartement is prachtig en heel groot. We hebben zelfs een balkonnetje en daar hebben we koffie gedronken en zomaar anderhalf uur niets gedaan.

Met de instructie in de hand de deur openen. We hebben maar liefst drie sleutels
Dit is de enorme keuken. We hebben ook een zithoek met een rode bank en een tafeltje.
In het bakje bij de wasbak zitten handige dingen, o.a. condooms. Verrassend

Waar ik ontzettend om moest lachen is om bovenstaande situatie. In de slaapkamer is een televisie en ze wilden de kabel blijkbaar niet door het huis heen. Dus nu loopt ie buitenom en zit er gewoon een gat in de muur. De oplossing voor een kabelvrij interieur!

We hebben Kosice alvast een beetje verkend en het centrum is echt prachtig. Een heel brede autovrije hoofdstraat met een tram erdoor en een fietspad en links en rechts brede stoepen voor de terrassen en om op te lopen. Overal enorme gebouwen in allerlei stijlen. De burgemeester van Kosice heeft in de jaren 90 de binnenstad laten renoveren omdat een mooie binnenstad volgens hem belangrijk is voor de ontwikkeling van een stad. Deze man werd later president van Slowakije.

We gingen naar het VVV en haalden een plattegrond, want zonder plattegrond zijn we onthand. Lekker erop aantekenen waar je heen wilt en het aantal stippen steeds groter zien worden. We wilden eten bij Tabacka, dat is een fabriek uit 1854 die is omgebouwd tot een alternatief cultureel centrum dat ook ingezet wordt om de stad cultureel te ontwikkelen. Zo hebben mensen van Tabacka meeontwikkeld aan Kosice culturele hoofdstad van Europa, in 2013. Er is o.a. een bioscoop, theater, muziekstudio en restaurant en alles houtje touwtje. We houden daar erg van en het stelde niet teleur. Er hing een tekst dat het een inclusieve omgeving is die veilig is voor iedereen. En gelukkig waren we niet de enigen ‘van middelbare leeftijd’. We haalden een soort kapsalon van zoete aardappelfrites met paneer (Indiase kaas) en saus. Geheel onverantwoord maar wel vegetarisch. Cappuccino toe. Tussendoor mailde ik met Peter, onze gids. Hij gaat ons zaterdag interessante dingen laten zien in de stad. We willen graag weten wat hier speelt. Zondag gaan we de hele dag met hem op pad. Hij brengt ons dan naar ons volgende hotel, in het Tatra-gebergte, en onderweg gaan we van alles bekijken. Peter heeft trouwens ook meegewerkt aan Kosice culturele hoofdstad van Europa en hij is toen in Rotterdam geweest omdat Rotterdam steden ondersteunt als die culturele hoofdstad van Europa worden. Dat wisten wij ook niet. Hij was er met Koningsdag en dat was onvergetelijk, schreef hij.

We wandelden weer terug door de stad, langs de geweldige gebouwen. Vlak bij ons appartement is een nieuw winkelcentrum gebouwd. Dat ligt aan een plein waar nog een klein stukje is zoals in de communistische tijd. Buiten het centrum zie je dat vast nog veel meer. Het winkelcentrum is op en top kapitalistisch en westers. We liepen de Slowaakse versie van de Mediamarkt even in om te kijken of ze hier goedkope opzetstukjes voor de elektrische tandenborstels hebben, want die vind ik altijd zo duur. Dat we die even parallel importeren, was het idee. Maar nee, net zo duur als bij ons. In de supermarkt ging het beter, want daar is alles heel goedkoop voor ons. We kochten bananen en yoghurt uit Holandsko, want nu moeten we zelf voor ons ontbijt zorgen. Henk komt nu binnenlopen met bier uit de koelkast in de hal. Er staan een geldkistje waar je je betaling in kunt doen. De wasmachine heeft al gedraaid, we zijn hier al helemaal gesetteld!

We zijn benieuwd of we hier Nederlanders gaan zien. Tot nu toe zien we heel weinig Nederlanders, überhaupt weinig buitenlanders.
Ze doen hier ook aan ‘nudging’. Henk ging geld pinnen en toen stond er dat ’10 van de 10 klanten geen bon willen’. En toen nam ie toch maar geen bon.